Vetzuurbalans
Vetzuurbalans
Je hebt dagelijks omega-3, omega-6 en omega-9 vetzuren nodig om gezond te blijven. Omega vetzuren werken uitsluitend optimaal als ze in de juiste verhouding in je lichaam aanwezig zijn.
Omega-3 en omega-6 zijn beiden essentiële vetzuren, dat wil zeggen dat het lichaam ze niet zelf kan aanmaken en dat het dus uit voeding gehaald moet worden. Bij een gevarieerde voeding kan het lichaam zelf voldoende omega-9 aanmaken.
De belangrijkste essentiële vetzuren zijn twee families van vetten: de omega-3 en omega-6 vetzuren. De omega-3 vetzuren zitten o.a. veel in vette vis, lijnzaadolie, chiazaad, hennepzaad en walnoten. De omega-6 vetzuren zitten vooral in plantaardige vetten, margarines en kant-en-klare-produkten. Er bestaat ook een omega-9 en die zit voornamelijk veel in olijfolie.
Omega-3 helpt omega-6. Omega-3 stuurt omega-6 als het ware in de juiste richting, zodat deze belangrijke processen in het lichaam ondersteunt.
Er is bijzonder veel wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat bij een onevenwichtige balans tussen omega-3 en omega-6-vetzuren je cellen niet meer goed functioneren, waardoor ontstekingen in je lichaam ontstaan.
De
ontstekingen die ontstaan zijn de zogenaamde laaggradige
ontstekingen.
Je voelt die niet zoals bij een ‘echte’ ontsteking (dus zonder
de merkbare verschijnselen van pijn, zwelling, warmte en dergelijke),
maar ze zijn sluimerend steeds aanwezig. Dit is in het bloed meetbaar
als een verhoogde waarde van het CRP (C-Reactive Protein). Deze
continue, lichte mate van ontsteking is onophoudelijk bezig met het
beschadigen van weefsels: bloedvaten, spieren, gewrichten, organen…
Op den duur ontstaan hierdoor de meeste moderne aandoeningen, die
slecht met reguliere geneeskunde te behandelen zijn: de zogenaamde
‘chronische aandoeningen’ of ‘welvaartziektes’.
Doordat ons
voedingspatroon de afgelopen decennia enorm is veranderd, krijgen wij
nu veel meer omega-6 vetten dan vroeger binnen en heeft bijna niemand
in de ‘westerse’ wereld een goede omega-6:omega-3 balans. Ideaal
is die verhouding 1:1. Tegenwoordig wordt de verhouding 5:1 als
redelijk acceptabel beschouwd. Echter in de westerse wereld zit bijna
iedereen boven de 15:1. Laaggradige ontstekingen zijn dan het gevolg!
De moderne westerse voeding bevat veel van de essentiële (onverzadigde!) vetzuren omega-6 en weinig omega-3. Het advies van het voedingscentrum dat onverzadigd vet oké is en verzadigd vet verkeerd, is niet genuanceerd. Het is belangrijk dat de verhouding tussen onverzadigde en verzadigde vetzuren in balans is! Ook dat de verhouding tussen de onverzadigde vetzuren omega-6 en omega-3 in balans is!!!
In
een gemiddeld westers eetpatroon is deze dikwijls 20:1 in plaats van
maximaal 5:1 of liever ideaal 1:1!!!
Om de laaggradige ontstekingen te verminderen, is het van groot belang om minder (liefst geen) kant-en-klare-produkten te nuttigen. Bakken kan het best in verzadigd vet, en dus niet in margarine dat te veel omega-6 bevat. Door verhitting gaan onverzadigde vetten sneller oxideren (ranzig worden). Kokosolie, roomboter of ghee is voor bakken ideaal.
Een goede balans
tussen omega-3 en omega-6 ontstaat door regelmatig vette vis,
lijnzaadolie, chiazaad, hennepzaad en walnoten te eten. Omega-9
vetzuren helpen ook bij het krijgen van een gunstige verhouding.
Daarnaast hebben omega-9 vetzuren een positieve
invloed op een gezond cholesterolgehalte in het bloed. Omega-9
vinden we onder andere in avocado’s en olijfolie (laatstgenoemde
alleen koud en ‘extra vierge’ in donkere fles te gebruiken om
oxidatieprocessen te voorkomen).
Maar
helaas, hoe gezond je ook eet: het lukt bijna niemand meer om een
goede vetzuurbalans te realiseren. Wij kennen precies één persoon
die door voeding een goede balans realiseert en hij eet echt gezond en 7 keer per week echt vette vis…
De
meeste mensen voelen daar niet zo veel voor en dus is het nemen van
een hoogwaardig omega-3 supplement naast gezond eten zeer wenselijk,
zo niet noodzakelijk voor een duurzame gezondheid. Hierdoor is de
verhouding van omega-6 tot omega-3 vetten te verlagen naar een
verhouding van maximaal 5:1 of liefst nog lager en zijn veel van de
schadelijke effecten van een teveel aan omega-6 vetzuren ongedaan te
maken of te voorkomen.